Pruimentaartje of Gangmaker uit 'De Banketbakker' |
Tijd
voor een taartje, er lag nog spijs in de vriezer, super lekkere spijs uit
Friesland en dat moest maar eens op.
Ik
heb het pruimentaartje ‘gangmaker’ uit ‘De banketbakker’ gemaakt, een super
boek van Cees Holtkamp.
Judith heeft het boek ook, zij heeft het pruimentaartje
met crème fraîche al eerder op
ons blog gezet.
Het fonceerdeeg heeft zij ook al
beschreven maar ik doe het nog maar een keer.
Ik
maak altijd een dubbele hoeveelheid fonceerdeeg, dat zijn vier porties, daar vries ik er drie van in.
Dat is
makkelijk voor een volgende keer.
Het
is een heerlijk taartje en makkelijk om te maken.
Fonceerdeeg:
125 g roomboter125 g witte basterdsuiker
3 g zout
1/2 ei
1 el (15gram) water
250 g bloem
5 g bakpoeder
Meng de boter, basterdsuiker, zout, het halve ei
en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder
erdoor.
Ik doe alle ingrediënten in de magimix en draai tot het een bal wordt, dan kneed ik het nog even door met de hand.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in
de koelkast.
Voor de vulling:
20 gedroogde pruimen, pitloos
hete thee
100 g zachte roomboter
200 g amandelspijs
2 eieren
100 g bloem
5 g bakpoeder
snufje zout
Bereidingswijze:
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Week de pruimen in hete thee.
Bekleed de bodem van een vlaaipan van ø24cm en
2.5cm hoog met 250 gram fonceerdeeg.
Roer de boter en de amandelspijs romig, klop er
één voor één de eieren door, dan de bloem, bakpoeder en het zout, meng tot het
een luchtig cakebeslag is.
Vul de taartvorm met het beslag en verdeel de
uitgelekte pruimen erover.
Bak het taartje 30 minuten in de voorverwarmde
oven.
Pruimentaartje of Gangmaker |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten